mompelend
door de straten
dat hij iets verloren is
honderd eeuwen
scharen zich
om het jongste geslacht
een vrouw zoekt
haar kind
een man zoekt
zijn leven
de oude man zoekt
naar dat ene woord
dat alles waar maakt
het ene woord is een deur
die open gaat
zoals een ander woord
die weer kan sluiten
de woorden zijn te machtig
en daardoor bijna machteloos
er wordt te veel gezegd
te veel
om op te noemen
te veel
om naar te luisteren
te veel
om naast je neer te leggen
over de vlakte
klinkt de echo
van dat woord
lege gezichten
staren
uit de zaal
op het toneel
is niets
er is niets aan de hand
zegt de oude man
en neemt het meisje
bij de hand
langs het strand
kijk! zegt hij
in het zand
de sterren
als de zon komt
vallen ze in zee
en spoelen hier aan. Zie je?
zelf ziet hij niets
en kan het niet benoemen
ze klappen,
denkt hij
zeker
niet voor mij
het licht gaat aan
terwijl hij rustig verder leest
denkt hij
er is nog niets verloren
zoals ik nu ben
ben ik ook geboren
en er is waarschijnlijk
nooit iets
aan de hand geweest
leepvogel, 1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten