het toneel
is leeg
de zon komt op
het licht schijnt
door het papier
het woord wordt
schijnbaar gedragen
zeven dragers
onder de glazen kist
waarin zij lag
wachtend, nog
voor ik het wist
(Plato's voltooid vergeten tijd)
een ruischend beekje
daarin een steen
die droomt
dat hij drijft
de drijfveren onder de buik
de dag was
vroeg op
versleten tijd
(de eerste bus naar het dorp
was vertraagd en niet
voor het eerst op tijd
te gast in een andere wereld)
ik kan zeggen
wat ik wil
ik weet niet wat
ik heb
de teugels
stevig in handen
ik weet niet waarheen
wij wandelen
zomaar wat
blote voeten in het water
uitglijden over een steen
een duik in
het ijskoude water
ondergedompeld
in ruimte
en tijd
benomen
zicht op alles
en nog wat
de klok staat weer stil!
we worden geraakt
het mag gezegd
we hebben de tijd
de hekken zijn open
de dijken gebroken
het ongeziene zijn
met woorden overgoten
(on) zichtbaar gemaakt
alle tijd
opgewonden
geleefd
afgelopen
de voelbare stilte aan het eind
(niets aan de hand)
Leepvogel 1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten