ik heb de tijd, de koude wanden zwijgen
een onvoltooide eenzaamheid, te stil
laat mij verglijden, de momenten rijgen
mijn leven aan een draad, buiten mijn wil
door de tralies schijnt de zon naar binnen
door het luik gluurt iemand in mijn ziel
ik wil iets zeggen, maar het luik verdwijnt weer
het wiel draait verder zonder te beginnen
ik sla de bladzij om, de veel te dikke pil
ligt op mijn schoot en ik heb geen verweer
ik lees en kan niet weer opnieuw beginnen
ik weet nog dat ik in de draaikolk viel
het licht was veel te veel, de lucht te kil
en ik heb nooit een goed beeld kunnen krijgen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten